Dochter aan het woord

Cindy

 

Drie jaar geleden lag de moeder van Cindy in Hospice Schagen, toen het nog in het zorgcentrum gevestigd was. Voordat haar moeder in de hospice lag, had ze er nog nooit van gehoord. Dankzij de vrijwilligers hoefde Cindy niet meer te zorgen en kon ze op een mooie manier afscheid nemen. De levensverwachting van haar moeder was kort, niet meer dan een week, maar ze heeft nog drie maanden geleefd. Ze konden nog een rondje lopen door de stad en kleine dingen ondernemen, wat heel fijn was.

 

Toen Cindy’s moeder in de hospice lag, dacht ze: hier helpen, dat wil ik ook doen. Na haar overlijden begon Cindy het zorgen te missen. Ze ging naar de open dag van de nieuwe hospice en nu is ze ruim een jaar zorgvrijwilliger. Er zijn vrijwilligers die haar moeder hebben gekend; dat geeft een speciale band. Cindy zit ook in de werkgroep decoratie, in het team voor de herinneringsbijeenkomst en ze geeft handmassage en aromatherapie. Ze heeft geen zorgachtergrond en werkt bij een bouwbedrijf. Cindy: ‘Ik wilde eerst als kookvrijwilliger aan de slag, maar toen ik kwam was het een hectische dag: er overleden twee mensen, dus ik werd al snel gevraagd of ik met een en ander kon meehelpen. Ik was al bekend en het voelde gelijk goed: ik hoorde hier. Dus werd ik zorgvrijwilliger.

 

Het was niet lastig. Ik kon meer afstand bewaren omdat de gasten niet dichtbij staan. Juist door mijn ervaring. Ik weet wat het inhoudt om familielid en nabestaande te zijn. En het is makkelijker als het niet je eigen familie is; het raakt je niet gelijk in je hart. Soms moet je wel even slikken, dat blijft. Ik ben vrij jong, maar niet de jongste die hier werkt. Ik werk tweeëndertig uur bij het bouwbedrijf en acht uur hier.’ ‘Er zijn veel bijzondere momenten in de hospice,’ vertelt ze verder. ‘Zo was er laatst een wat oudere meneer die uit het ziekenhuis kwam. Zijn vrouw wilde graag blijven slapen en vroeg of ze naast hem mocht liggen. Dat kon en we hebben er een bed naast gezet. Zo konden we ze geven dat ze samen hand in hand in slaap konden vallen. Het zijn deze kleine cadeautjes die het zo bijzonder maken.’ De hospice geeft de gasten en de familie de mogelijkheid om gebruik te maken van de wensambulance. Bijvoorbeeld als mensen nog een keer naar het strand willen of naar een pretpark of dierentuin. Soms gaat er iemand van de hospice mee, maar meestal de familie.

Cindy: ‘Dit hebben we ook met mijn moeder gedaan. Het was zo’n bijzondere dag! In de rolstoel met zuurstof zijn we naar Callantsoog gegaan en hebben daarna geluncht in Camperduin. Dit kregen we van de eigenaar. Op het laatste moment wilde mijn moeder nog niet terug. Ze mocht tot vier uur, dus dat wilde ze ook volmaken. We gingen naar Bergen. Daar, op de strandopgang, zat een vrouw te spelen op een harp. Het was net een engel. Dit was niet gepland, maar zo ontzettend mooi. We zeiden tegen elkaar: die heeft hier speciaal gezeten.’

 

De mensen die in hun laatste levensfase zitten, kunnen ook een omslag maken. Sommigen kunnen het leven niet loslaten. Zo was er een meneer die zei dat het niet ging gebeuren. Hij bleef maar volhouden dat hij nog niet doodging. Dit was voor iedereen lastig, maar vooral voor de nabestaanden.

 

Cindy: ‘Ik kijk nu zelf anders tegen het leven aan. Ik heb al meerdere overlijdens meegemaakt, en op deze momenten ga je anders naar alles kijken. Je gaat beseffen dat je moet genieten van elk moment. Natuurlijk mag je plannen voor later. Maar ga niet pas later leven. Kijk eerst even of je het haalt. Dat heb ik heel sterk. Zo neem ik af en toe vrij om te reizen. Je leeft anders nadat je iets heftigs hebt meegemaakt. Ik kan ook blij zijn met kleine dingen.’ Als de mensen weten dat ze gaan overlijden, is het voor velen belangrijk om tot het laatste moment de beslissingen te mogen nemen.

 

Cindy: ‘Mijn moeder vroeg gelijk nadat we hoorden dat ze terminaal was of we naar de uitvaartverzorger gingen en ze vroeg zich af welke kist haar zou staan. De kaarten vond ze duur: “Kan dat niet via Facebook?” Ze hield zelf de regie. Ze wilde eigenlijk met haar kist op het biljart in de kroeg staan. Dit hebben we niet gedaan: ik kon niet meer naar de kroeg dan, dan zou ik die kist blijven zien, elke keer als ik daar kwam. Het was bijzonder om deze momenten nog te mogen delen in de hospice en om het hierover te hebben.’ De vrijwilligers delen niet veel ervaringen van henzelf, de gasten hebben genoeg aan het eigen verdriet.

 

Cindy: ‘Ik denk weleens dat ik mijn roeping in de zorg heb gemist. Maar als werk is het misschien anders. En ik heb een leuke baan in de bouw. Dus dit is echt een tegenhanger. Ik wil dit ook niet elke dag; twee diensten in de week is prima.

 

Ik kom meestal helemaal opgeladen weer thuis, vol energie. Het is zo mooi. Praten met de vrijwilligers, met de gasten. Soms ga je met een big smile naar huis.

Zo was er eens een vrouw die niet meer uit bed kon. Ze moest haar behoefte doen op een ondersteek, omdat ze niet meer uit bed kon. Dit had ik nog nooit gedaan, dus ik wilde de verpleegkundige erbij halen. Maar deze mevrouw ging het mij wel even uitleggen en het lukte. Ik had het toch maar mooi gedaan en dat was een bijzonder en intiem moment met de gast. Ik ging blij naar huis. Ik wil hier blijven zorgen voor bijzondere momenten.’

_33A5860 _33A5860